Aandrijving:
Zelfremmende wormwielaandrijving met bijkomend remsysteem in een gegoten behuizing. De beide vrije aseinden, het wormwiel uit brons en de wormas zijn kogelgelagerd en lopen in een oliebad.
De eindschakelas wordt door de aandrijfas aangedreven en zorgt zo voor een zeer nauwkeurige eindafstelling. De standaarduitvoering heeft 33 omwentelingen aan de aandrijfas.
Deze aandrijving beschikt over een aangebouwde 3-fasen motor met een spanning van 230/400 V. (andere spanningen zijn op aanvraag leverbaar). De aandrijving kan in iedere gewenste positie gemonteerd worden, de horizontale montage is echter het meest aanbevolen.

De besturingskast:
De besturingskast is op het aandrijvingsgedeelte gemonteerd en is volgens VDE-richtlijnen gebouwd.
De omkeerschakeling bepaalt het openen en sluiten. Verder zijn er aansluitmogelijkheden voor bedieningsschakelaars en veiligheidsinrichtingen. Voor het instellen van de eindposities bij montage zijn er kleine drukknoppen in de besturingskast voorzien. De aandrijving kan ook enkel met een eindschakeling ES 10 uitgerust worden. De eindschakeling bestaat dan uit een potentiaalvrije eindschakelaar, een stuurstroomeindschakelaar voor het bepalen van de eindposities en een veiligheidsschakelaar voor elke draairichting.
De standaarduitvoering bevat tevens een noodzwengel met elektrische noodzwengelbeveiliging.

De kettingnoodbediening:
Deze kan ofwel zijdelings van de aandrijving (KNG) zijn of vooraan op de motor geplaatst (RKG).
Beide voor een horizontale of verticale montage. De bediening gebeurt door middel van een haspelketting. Het in- en uitschakelen van het remsysteem gebeurt door middel van een aparte ketting. De ingebouwde veiligheidsschakelaar verhindert het opstarten van de motor tijdens de noodbediening. Bij gebruik van de noodbediening blijven de eindposities van de aandrijving behouden.

Onderhoud:
De aandrijvingen zijn onderhoudsvrij. Een levensduursmering maakt elke oliewissel overbodig. Het bijstellen van de rem is in principe niet noodzakelijk.